september12
Volgende maand mag ik Sara zien. Pff, dat werd tijd zeg. M’n hele leven ben ik al dol op de televisieheldin uit mijn jeugd: Saar, de vriendin van Swiebertje. Saar, de huishoudster van de burgemeester, de man die ze steevast zo gelukzalig begroette met dat boogje in haar stem: ‘O meneer!’ Saar met haar vierkante zwart-witte keukentegels. meer
september8
‘Tsjingtsing. Op ons. En dan te bedenken dat je niets van me moest hebben toen we nog bij dezelfde omroep werkten.’
-Mm.
‘Geef toe, de afgelopen twaalf jaar hebben we de deur bepaald niet bij elkaar plat gelopen.’
-Neu.
‘Wat had je eigenlijk tegen me?’
-Ach gewoon. Jij relativeerde altijd alles.
‘En nu ik daarmee opgehouden ben…’
-Pff, dat doe je nog.
“Ik relativeerde altijd alles? En daar was iets mee?’
-Ja. Wanneer ben jij voor de laatste keer woedend geweest?
‘Uh…tja….’
-Kijk, dat bedoel ik nou. meer
september5
Als goed gereformeerd kind dat bovendien dol was op dieren, was mij het toekomstvisioen van Jesaja 11 natuurlijk vertrouwd: ooit zou de leeuw vreedzaam naast het lam liggen. Tijdens erg lange preken fantaseerde ik graag over de nazaten van dit ongebruikelijke stelletje. Zouden de babylammetjes beter van zich af kunnen brullen dan hun volgzame moeder? Of kregen ze een wat langer lontje dan hun heetgebakerde vader? meer