Ramp
Machtige, mijn Machtige,
waarom heb Jij mij verlaten,
ver blijft mijn bevrijding,
ik schreeuw het uit.
Mijn Machtige! Roep ik de dag door,
maar Jij antwoordt niet.
Als water ben ik uitgegoten,
heel mijn gebeente is ontwricht,
mijn hart is gesmolten als was,
weggevloeid in mijn ingewanden.
Droog als een potscherf is mijn keel,
mijn tong kleeft aan mijn gehemelte,
Jij levert mij uit aan het stof van de dood.
Een meute honden omringt mij,
een bende booswichten omsingelt mij,
ze binden mij aan handen en voeten,
al mijn botten kan ik tellen,
ze zien toe en kijken door me heen!
Ze verdelen mijn kleren onder elkaar
en werpen het lot over mijn mantel.
Wees nabij!
Blijf niet ver weg van mij,
ik ben de wanhoop nabij,
niemand helpt!
Klaagzang gebaseerd op Psalm 22
Tekst: Kees Waaijman
Verwijlen
We hebben elkaar beloofd om ons hoofdkantoor een tijdje te verlaten. We, dat waren wij. De rijpe concertvriend die vandaag 86 wordt, en ik. Een paar dagen maar. Met de lift zijn we naar beneden richting ons hart gezakt. Nou ja, zogenaamd dan. In werkelijkheid hebben we de auto gepakt en zijn naar het oosten van het land gereden. Daar zitten we nu. Buiten. Uitkijkend op een brink van een lieflijk dorpje.
Hoewel de rijpe concertvriend allang tot de jaren des onderscheids gekomen is, door schade en schande wijs en gelouterd geworden enzo, is hij nog steeds een scherpzinnige waarnemer met een dito tong. Zoals wij de omgeving dikwijls van commentaar kunnen voorzien. Jongejonge. meer
Eens zei ik ja
Op een dag heeft de Dalai Lama besloten te glimlachen. Natuurlijk had hij ook kunnen kiezen voor de woede van Louis van Gaal. Dat zou hem wereldwijd enorm respect hebben opgeleverd. Want boosheid heeft om de een of andere mysterieuze reden meer impact dan blijdschap. Het is maar goed dat Jezus af en toe uit z’n slof schoot en hier een daar een tafel omsmeet. Anders had hij de eeuwen als geloofsheld misschien niet overleefd. Als een lam op de slachtbank eindigen, kom daar bij een andere godsdienst dan het christendom maar eens om.
Nee, heilige verontwaardiging is de zweep waarmee wij ons nog steeds laten temmen. Vriendelijkheid schuiven we in het geval van de Dalai Lama soms vol minachting aan de kant. Wie hij werkelijk is en wat hij ons te zeggen heeft, wie die er oren naar heeft?
Ook op de werkvloer, aan de vergadertafel en in een liefdesrelatie lijkt op de rem staan in veel gevallen krachtiger dan meegaan. Iemands nee is vaak het laatste woord. Maar als het nee is, waarom dan niet ja? De Secretaris Generaal van de Verenigde Naties van de jaren 50 van de vorige eeuw,
Dag Hammarskjöld schreef ooit in zijn dagboek:
‘Ik weet niet wie – of wat – de vraag stelde. Ik weet niet wanneer zij gesteld werd. Ik herinner me niet dat ik antwoordde. Maar eens zei ik ja.’