Ik heb een droom
Niets in de wereld maakt mij zo des duivels als dierenminachting. Dat is een beetje gek, want die verontwaardiging leerde ik bepaald niet op school. Integendeel. Het ruime hemelrond met sterren en planeten, het vliegend, kruipend en zwemmend gedierte wijd en zijd, was slechts bedoeld voor ons vertier. De mens is immers de kroon op de schepping en alles wat eerder het licht zag dan wij, was bedoeld om ons te eren en te behagen.
Ik was al bijkans dertig toen het met een mokerslag tot me doordrong dat mijn orthodoxe wereldbeeld een lachertje was. Tijdens een hele warme nacht, onder een ontzagwekkende sterrenhemel in Zuid-Frankrijk, lag ik met mijn hoofd buiten mijn tentje. Ik keek naar boven en raakte onmiddellijk buiten adem. De schepping duizelde mij en alles kantelde voorgoed. Plots begreep ik dat ik er niet toe deed. Ik was een stofje in een oeverloos geheel. Dat was geen angstaanjagende ervaring. Wel eenzaam. Helend. Diepzinnig. En bovenal levens-veranderend. meer
Hoe dan ook
Zou het waar zijn? Is het einde van de kerk in zicht? En is dat dan erg? Ik heb geen idee. Maar de laatste tijd moet ik vaak aan die beroemde uitspraak van de katholieke theoloog Karl Rahner denken: “De christen van de toekomst zal een mysticus zijn, of hij zal niet zijn.” Is dat een belofte of een dreigement? Ook dat weet ik niet.
Maar tot mijn eigen verwondering verlang ik geloof ik wel naar een gemeenschap waarin we brood blijven breken,
uit de beker drinken en water op ons voorhoofd ontvangen. Om te vieren dat we leven. En om elkaar in het licht te zetten. Niet zozeer om van gedaante te wisselen of om schoongespoeld te worden, hoewel dat natuurlijk welkome bijkomstigheden zijn.
Eucharistie is vierend dankzeggen, en in onszelf en de ander God herkennen: het niet-ontwijde gelaat van de mens. meer