maart27
‘Dag kind.’
Onze lichtman begroet me met zijn kus en zet met die twee woorden de matineuze toon voor de vijf Vermoedenopnamen die voor ons liggen. Zijn twee zoons hangen al hoog aan ladders voor het mooiste licht. De camerajongens leggen hun rails klaar. Dag kind. Mijn verwoed voorgenomen slagkracht verwaait waar ik bij sta. Ik zet mijn tas met voorbereiding op de opnamevloer en zak in een stoel. Hij haalt koffie.
‘Zo kind. Drink dit eerst maar eens op.’
Het is alsof mijn moeder me na schooltijd met thee en kaakje plus stukje chocola opwacht. Was het te doen kind? Nou, om eerlijk te zijn eigenlijk niet nee.
Maar hier is werk aan de winkel. Veel werk. Na de ochtendkoffie stropen we ondanks de kou hoog de mouwen op en filmen en belichten en interviewen ons vijf slagen in de rondte. Iemand moet het doen. En wij mogen nog. Hoe heerlijk is dat.
Halverwege de dag verbaas ik me over mijn energie. Waar haal ik het vandaan? Ik gloei helemaal. Plotseling meer
maart21
Het 3e nummer van het blad Het Vermoeden is uit!
column Annemiek..lees
maart14
Een tweeling zit in de buik van de moeder. Ze zijn druk in gesprek:
-Geloof jij in een leven na de geboorte?
-Natuurlijk. Er moet wat zijn. Ik denk eigenlijk dat dit hier de voorbereiding is op een leven na de geboorte.
-Wel nee. Hoe zou dat er uit moeten zien? Nee, hoor, er is geen leven na de geboorte.
-Ik weet het niet precies, maar ik stel me toch iets voor met veel meer licht. En eten met eigen mond en lopen op onze eigen voeten.
-Onzin! Zelf lopen en zelf eten! Voor lopen is hier geen plaats en voor eten hebben we de navelstreng. Nee hoor, er is geen leven hierna.
-Maar de navelstreng is wel heel erg kort. Dit hier kan toch niet alles zijn. Ik geloof toch dat er hierna iets heel nieuws begint. Iets dat we gewoon nog niet kennen.
-Maar er is nog nooit iemand teruggekeerd na de geboorte! Het leven eindigt hier in deze smalle, donkere, waterige ruimte.
-Nou ja, ik weet ook niet precies hoe het leven na de geboorte zal zijn. Maar we zullen toch onze moeder zien en die zal voor ons zorgen.
-Moeder?? Jij gelooft in een moeder? En waar is die moeder dan?
-Nou gewoon om ons heen, overal om ons heen.
-Ik geloof er niets van. Ik heb nog nooit een moeder gezien, dus ze bestaat niet.
-Ik heb haar ook nog nooit gezien, maar af en toe, als we helemaal stil zijn, kan ik haar horen zingen, en voel ik haar hand over onze wereld strelen. Weet je, volgens mij begint het leven toch pas na de geboorte.
(Naar: Henk Berflo, gebaseerd op een tekst van een adjunct-aartsbisschop van Ljubljana)
maart10
Wow! Wat een leuk mailtje zomaar in de box op deze bitterkoude dag:
‘U bent één van de genomineerden voor de Compassieprijs die op 5 april wordt uitgereikt. Gefeliciteerd. De Compassieprijs wordt jaarlijks toegekend aan iemand die ‘harten heeft weten te verzachten en mensen heeft weten te verbinden.’ De prijs –een compassielamp en een bedrag van 1000 euro— wordt elk jaar op een ander maatschappelijk terrein uitgereikt: in 2013 gaat hij naar iemand uit de wereld van de media, misschien naar u.’
Zou het over Het Vermoeden gaan? Of over de Nachtzoen? Ik heb geen idee. Maar zojuist las ik mijn medialijfspreuk. Opgeschreven door filosoof Theodore Roszak. Toeval schijnt niet te bestaan:
‘Wij ontmoeten elkaar als vreemden,
ieder een geheim in zich meedragend.
Ik kan je niet zeggen wie je bent;
ik leer je misschien nooit
helemaal kennen.
Maar ik vertrouw erop
dat je een persoon bent krachtens jezelf,
vervuld van een schoonheid en
waarde die de rijkste hulpbronnen
van de wereld zijn.
Dus doe ik je deze belofte:
ik zal je geen identiteiten opleggen,
maar je uitnodigen jezelf te worden
zonder schaamte of vrees.
Ik zal je recht verdedigen om een
authentieke roeping te vinden.
Zolang jouw speurtocht duurt,
heb je mijn loyaliteit.’