Als ik stap één maak, maak ik stap twee en drie ook altijd. Als Nescio ter sprake komt, citeer ik de eerste zin van De Uitvreter. Daarna vertel ik iets over Frederik van Eeden en ten slotte komt het dienstmeisje Alida Zevenboom ter sprake. De eerste zin luidt: ‘Behalve den man die de Sarphatistraat de mooiste plek van Europa vond heb ik nooit een wonderlijker kerel gekend dan den uitvreter.’
Die man was Frederik van Eeden, schrijver, psychiater en oprichter van Walden, een commune in het Gooi waar groente werd verbouwd. Over deze groente gaat het briefje dat Alida Zevenboom schreef voor het Liber Amicorum dat Van Eeden kreeg aangeboden bij zijn zeventigste verjaardag. meer
Over Sint-Valentijn schijnt geen enkel biografisch gegeven bekend te zijn. De lenteliefdesfeesten van de heidenen waren daarentegen ooit springlevend. Ooit. Zomaar wat gemijmer in een warenhuis. Ik sta met een dikke maillot in mijn hand bij de kassa. De volgende sneeuwbui is tenslotte weer op komst. Voor mij staat een mooie grijze heer. Hij draagt een dure jas, dat kun je zo wel zien. Hij wil een grote fles Chanel 19 afrekenen en laten inpakken. Goeie smaak. Ruikt naar hout. Wat is lekkerder dan dat. Hout. Lente. Mmm. Voor wie is die fles? Voor zijn eega? De vrouw met wie hij al tientallen jaren lief en leed deelt? Of is er een nieuwe geliefde en is hij kalverig nerveus over de vraag of zij ook zo van houtrijping houdt? Ik zou het hem graag willen vragen. Beroepsdeformatie. Maar ik durf niet. Ook beroepsdeformatie. Zonder microfoon en camera ben ik een muurbloem. Plukken zou prematuur zijn. Als de lente komt. Dan misschien.
Deze week wordt de sopraan Elly Ameling 80 jaar en dat viert men uitgebreid op Radio 4. Zaterdag hoorde ik die mededeling voor het eerst, toen Ameling haar muziekkeuze liet horen in ‘Een goede morgen met…’ van de Tros. Ik kreeg het er warm van. Niet van vreugde, maar van schaamte, hoewel haar hemelse stem de doek is voor al het bloeden. Maar krukkig rekenend kwam ik er snel achter hoe jong La Ameling nog was toen ik haar 25 jaar geleden in jeugdige overmoed vroeg wanneer ze dacht te stoppen met zingen. Dat nam ze me niet in dank af. Logisch, want toen was ze pas 55. Bovendien had ik mijn eerste radiobaan min of meer aan haar te danken, omdat ik de ballotagevraag vol bravoure bevestigde, namelijk dat ik haar wel uit haar bed durfde bellen. Kennelijk was dat een kwestie in muziekland. Zoals je als sportjournalist niet de moed had te informeren naar dopinggebruik, zo liet je het wel uit je hoofd om naar de abdicatie van een diva te vissen. meer
“Ik ben u diep dankbaar voor het vertrouwen dat u mij hebt gegeven in de vele mooie jaren waarin ik uw koningin mocht zijn.”
Frappante laatste woorden van onze vorstin. Alsof ze zich in de Kabbala heeft verdiept. Volgens deze joodse leer is ons leven te vergelijken met een boom. Gods levensboom, de sefirot. Gods licht en levenskracht stroomt door kanalen naar de tien knooppunten van die boom. Als we ons door middel van oefening en devotie voor dat licht leren openstellen, kunnen wij die tien goddelijke eigenschappen ook in onszelf verwezenlijken. Goed nieuws dus. Wijsheid, inzicht, barmhartigheid, rechtvaardigheid, harmonie, vastberadenheid en doorzettingsvermogen zijn in ons aanwezig, wachtend op onze levenskus. En de kroon op deze levensweg is het koningschap, dat zich nota bene onderaan de boom bevindt. Dit knooppunt, de ‘Malchoet’ ontvangt namelijk alles van boven. Een koning is niet trots, maar dankbaar en deemoedig. De hoogste sport van de menselijk ladder bevindt zich dus onderaan, omdat de ladder diep door het stof gaat. Niet uit misplaatste en valse bescheidenheid, maar als een kroon op een beproefde krijger. God navolgen, de hele mens worden, gebeurt juist aan ons als we neergroeien.
Dat zij onze koningin mocht zijn.
Wat een koninklijke laatste woorden.
Ik zal ze nooit vergeten.