Annemiek ontmoet Sven Kockelmann
“Ik zit daar niet voor mijn eigen ego, hoewel sommigen dat denken”
“Ik zit daar niet voor mijn eigen ego, hoewel sommigen dat denken”
Alsof ik nog een koppige puber ben heb ik het afgelopen seizoen heel wat onderricht op de boeddhaschool aan me voorbij laten gaan, onder het motto: te moeilijk en te exotisch. Nu dient de mogelijkheid zich aan om in twee dagen een heleboel in te halen. Ik neem de uitdaging aan. En nu eenmaal de weerstand overwonnen is blijkt de stof opwindend en herkenbaar te zijn. Het dramatische, wilde, hermetische en speelse Vajrayana-onderricht doet me sterk aan het bijbelboek Openbaringen denken. Heerlijk al die wilde dieren in en om me heen. meer
Voor:
Dominicaans tijdschrift voor bezinning, bezieling en beweging.
Deze najaarsuitgave heeft als thema: ‘Oordeel in de spiegel’:
Verre Broeder,
Hoewel ik je vanuit deze stankplek schrijf en jij in je aangeharkte voorhof waarschijnlijk geen idee hebt van mijn zelfde tempelbezoekritme als het jouwe, voel ik me tijdens mijn gebed toch altijd verbonden met je. Ik hoop dat ik je niet ontrief met deze woorden. Of met dit papyrusrolletje. Misschien had je niet eens door dat ik nog leef. In je schaduw weliswaar, maar daarom dus heel dichtbij. Merkwaardig dat je nooit omkijkt als je door de stoffige straten naar de tempel schrijdt.
Ik heb de stoute schoenen vandaag maar eens aangehouden en zo de moed gevat je te benaderen.
In feite zijn we nog altijd verbonden, want zoals je weet wordt jouw functie, Farizeeër, steeds vaker in de mond genomen als men huichelaar of schijnheilige bedoelt. Iemand die naar de letter en niet naar de geest van de wet leeft.
Zoals je weet ben ik belastingambtenaar. Eigenlijk ook niks mis mee. Zeg nu zelf. Ook ik voer de wet uit en dien de overheid. Maar men vertelt dat wij de door hogerhand vastgestelde belastingtarieven in de praktijk vaak wat willekeurig toepassen. Met een uitgestreken smoel als het moet. Vandaar dat wij, de broertjes F. En T. Huichelaar ons niet zo geliefd hebben weten te maken onder onze stadsgenoten. Ik weet dat ik je hier in deze tempel met zijn oordelende hiërarchische afdelingen fysiek niet kan bereiken. Vandaar dit rolletje met je naam erop en de steen eraan. Ik hoop dat ik ver genoeg mik. Gaat ‘ie….
P.S: Schrijf terug. Heb je hulp nodig.
Je broertje
meer
Eigenlijk weet hij het nog niet, maar mijn vader is begonnen. Een paar jaar geleden kreeg ik een kaartje van hem met een foto van mij als baby op de dag van mijn doop.
1 november 1964. In zijn zwierige poot schreef hij achter op die foto:
‘Gij toch hebt mij uit de moederschoot getogen. Gij deedt mij vertrouwend rusten aan de borst van mijn moeder; aan U werd ik overgegeven bij mijn geboorte. Van de moederschoot af zijt Gij mijn God.’ Psalm 22: 10 en 11.
Die foto staat naast andere dierbare dingen in mijn kamer. meer